Waarschijnlijk moet je op een gegeven moment in het jaar het gazon doorzaaien, om kale/dunne stukken te herstellen of gewoon om een gunstige samenstelling van grassoorten te behouden in een siergazon. De aanpak hangt af van wat je wilt bereiken.

Herstel van kale/dunne plekken in een gazon
Vanwege verschillende oorzaken kan er gras doodgaan, zodat in het gazon kale plekken en/of dunne stukken ontstaan. Door betreding en machines slijt het gazon, wat kan leiden tot uitdunnen van het gras als dit steeds op dezelfde plaatsen gebeurt. Ook kan gras afsterven als gevolg van beschadiging door ziekten en plagen en/of omstandigheden zoals droogtestress/dry patch.
Als deze stukken dun en kaal blijven, gaan er onkruidgrassen, mossen en breedbladige onkruiden groeien. Door de aanwezigheid van zulke onkruiden wordt het gazon niet alleen minder mooi, maar neemt ook de kans op meer onkruidgroei toe en wordt het gebied gevoeliger voor slijtage. Daarom is het advies om dergelijke beschadigde stukken zo snel mogelijk na het ontstaan ervan te herstellen, of in elk geval zodra de omstandigheden gunstig zijn om te zaaien.
Doorzaaien van een gazon is aanzienlijk goedkoper dan de aanschaf van nieuwe graszoden, maar het herstel duurt wel langer. Graszoden kunnen een goed resultaat opleveren, zeker als een deel van de bestaande locatie kan worden gesneden zodat de bodem en samenstelling van grassoorten goed passen. Ze zijn wel zeer gevoelig voor hitte en droogte, en afhankelijk van het moment waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd moet het gazon beregend kunnen worden.

Tips voor een geslaagd herstel
• In het ideale geval worden herstelwerkzaamheden uitgevoerd wanneer de bodemtemperatuur en de hoeveelheid vocht geschikt zijn voor een goede ontkieming en beworteling. Als het gazon beregend kan worden, zijn er meer momenten om het herstel uit te voeren.

• Verwijder eventueel achtergebleven dood plantmateriaal met een hark of soortgelijk gereedschap en zorg daarbij dat het overgebleven gras zo min mogelijk wordt beschadigd. Voor grotere oppervlakken kan indien nodig een verticuteermachine worden gebruikt, maar dan moet er bij langzame groei wel licht behandeld worden.

• Open vervolgens het oppervlak om een zaaibed voor het zaad te vormen. Gebruik een handvork om verdichte stukken grond tot de juiste diepte los en rul te maken, houd daarbij de tanden op korte afstand van elkaar. Als alternatief of voor grote oppervlakken kan de bovenste 100 mm van het gazon worden bewerkt met een ponsmachine. Door vervolgens afwisselend te harken en aan te trappen ontstaat een goede bodemstructuur.

• Egaliseer het oppervlak met fijne tuinaarde. Hark dit aan om het in te werken in de bovenlaag en om het goed aan te laten sluiten met de onderliggende grond.

• Gebruik een langzaam vrijkomende zaaibedmeststof met een hoog fosfaatgehalte, bijv. Landscaper Pro New Grass (20:20:8), volgens de aanbevolen dosering en werk deze met een hark of vergelijkbaar gereedschap in de bovenste grondlaag in.

• Zaai met de hand of met zaaiapparatuur. Hoeveel zaad er nodig is, hangt af van de keuze van het zaaizaad. Gebruik bij het herstellen van kale plekken de aanbevolen hoeveelheid zaaizaad, maar gebruik de helft bij dunne plekken. Hark het zaad in de bovenlaag van de bodem in. Laat het niet op het oppervlak liggen. want dan kan het wegwaaien of worden opgegeten door dieren.

• Aangezien kiemplanten slecht tegen droogte kunnen, moet het gazon voldoende water krijgen, zeker bij warm en droog weer.

• Zet ingezaaide gebieden af met netten of hekken om ze te beschermen tegen wilde dieren en te zorgen dat er niemand overheen loopt.

• Gebruik eventueel vliesdoek als het tamelijk koud is, bijvoorbeeld in het vroege voorjaar. Het graszaad kiemt dan beter en de grasmat groeit sneller dicht.

• Bij het herstellen van kale plekken met graszoden moet de ondergrond volledig voorbereid en gewalst of aangetrapt zijn. Werk vanaf houten planken en probeer de graszoden op gelijke hoogte te brengen met de omliggende grond. Leg de graszoden vooral niet hoger als compensatie voor eventuele latere verzakking. Dan kan het gazon altijd nog worden opgehoogd met topdressing, en als er geen verzakking plaatsvindt, ontstaan er bij het maaien kale plekken in de nieuwe graszoden. Bestrooi het gazon na het leggen van de graszoden licht met compost, zodat de graszoden goed aan elkaar kunnen groeien. Zorg voor voldoende water om uitdroging en krimp van de zoden tegen te gaan.

Waarom moet een gazon worden doorgezaaid?
Het belangrijkste doel van het doorzaaien van een gazon is het behoud van een dichte grasmat met daarin voornamelijk gewenste grassoorten en de introductie van gevarieerdere rassen, zodat het gazon voldoende resistent is tegen ziekten en er het hele jaar door goed uitziet.

Tips voor succesvol doorzaaien
• De timing is belangrijk, afhankelijk van het te gebruiken zaadmengsel. Struisgraszaad heeft een bodemtemperatuur nodig van 10ºC of hoger om te kunnen kiemen en bewortelen. Veel moderne meerjarige raaigrasrassen ontkiemen echter al bij een bodemtemperatuur van slechts 4ºC. Volg de aanbevelingen op het etiket van de producent.

• Verticuteer of hark het oppervlak licht om de al aanwezige grasmat te openen en organisch materiaal op het grondoppervlak te verwijderen.

• Bewerk kleine stukken met een riek of hark en strooi het zaad vervolgens met de hand uit. Zaai met de helft van de gewone zaadhoeveelheid en verdeel de hoeveelheid in tweeën voor een uniformere verdeling. Grotere stukken kunnen het beste worden ingezaaid met speciale zaaiapparatuur waarmee het zaad op de juiste diepte in het profiel wordt gebracht.

• Dek vervolgens af met zandgrond.

• Gebruik 5-7 dagen na het zaaien een langzaam vrijkomende meststof met een hoog fosfaatgehalte, zoals LandscaperPro New Grass (20:20:8).

• Zorg dat het doorgezaaide gebied voldoende vochtig is, zodat het gras goed kiemt en bewortelt.